top of page

Col du tourmalet

2115M || 20-09-2017

Er zijn van die dagen waar je naar uitkijkt maar tegelijkertijd ook erg tegenop ziet, denk bijvoorbeeld aan je afstuderen, je eerste werkdag bij je nieuwe baas of die finalewedstrijd van fc Drimmelen in de 5e klasse op zondagmiddag. Wat ook in dat lijstje past, is de dag dat je na de Hautecam de Col du Tourmalet nog op mag fietsen.

 

Vijf mannen zitten op hun fiets, zonder een trap te hoeven doen genieten ze van het uitzicht, van de bochten, van het bergafwaarts rijden. De Hautecam zit er op, maar met alle respect voor de zojuist beklommen berg, het echte werk van vandaag moet nog beginnen….

In al onze fietsweken zit, zoals in iedere rittenkoers, een koninginnenrit. Vandaag is het zover, de koninginnenrit van 2017. 140 kilometer, twee beklimmingen van de buitencategorie, één beklimming van de derde categorie en een totaal van 4200 hoogtemeters. Mede door deze statistieken besluiten Jos en Jeffrey vandaag een andere route te nemen, onderaan de Hautecam nemen we afscheid en op dat moment laten Jos en Jef nog in het midden of we ze bovenop de Tourmalet zullen treffen. Jetze, R. en ik gaan met z’n drieën een andere kant op, op weg naar het dak van de koers.

 

De Tourmalet is een begrip, het is één van die beklimmingen die al vroeg onderdeel uitmaakte van de Tour. In 1910 wil men de Tourmalet onderdeel laten zijn van de Tour de France. Henri Desgrange stuurt zijn routebouwer op verkenning. Volledig uitgeput en gedesoriënteerd wordt meneer Steines net onder de top gevonden door een reddingsteam. Zodra hij beneden is en weer bij de mensen, stuurt hij een bericht naar Parijs dat hij de Tourmalet is overgestoken. De boodschap luidt: uitstekende weg en prima te passeren. En dat jaar werd de Tourmalet voor het eerst opgenomen in het routeboek van de Tour de France. En daar ga je dan, met dit verhaal in het achterhoofd lijkt Parijs inderdaad nog heel ver.

 

Bij Hotel des Deux Cols, hoe kan het ook anders, vullen we buiten bij een fonteintje onze bidons want op 10 meter van het fonteintje start de officiële klim. Na die streep gelden er andere regels, geen voetjes meer aan de grond, geen bidonnetjes meer vullen…. R. pakt een behoorlijk tempo en ik besluit zijn wiel te pakken. Jetze kiest voor een eigen, rustiger tempo en verdwijnt langzaam uit het zicht. Al snel verlaten we het dorpje en beginnen de karakteristieken kenmerken van een echte klim zich te ontvouwen. Wisselende stijgingspercentages, lange rechte stukken afgewisseld met een scherpe bocht en steeds mooiere uitzichten. Terwijl ik om mij heen aan het kijken ben merk ik dat het tempo van R. te hoog is. Het blijft mij iedere keer weer verbazen hoe makkelijk het hem af lijkt te gaan, de man en zijn fiets….ongelooflijk. Naarmate ik R. steeds verder uit het beeld zie verdwijnen zie ik achter mij Jetze dichterbij komen. Hij heeft dit slimmer aangepakt dan ik, doordat ik de eerste 7 á 8 kilometer in het rood heb gereden merk ik dat ik behoorlijk aan het verzuren ben, een beginnersfout. Ook na 22 bergen wint het enthousiasme het nog van het verstand, het nadeel is dat je dit altijd terug krijgt op je bordje….in dit geval met nog zeker 10 kilometer te gaan geen pretje. Ineens hoor ik Jetze achter mij roepen; hoe voel jij je? %#$%! roep ik naar hem, en jij? Ja ik ook…..

 

Jetze en ik rijden een klein stukje samen maar op het beruchte stuk bij ‘het tunneltje’ kan ik ook Jetze niet meer volgen. Hij rijdt een grandioze klim en heeft zich zeker niet gek laten maken door ene meneer R. Ik zou willen dat ik dat ook niet had gedaan maar helaas, nu moet ik het gevecht echt met mijzelf gaan voeren en met niemand anders. Zoals ik al eerder aangaf, wanneer je te snel in het rood gaat rijden krijg je dat altijd op je bordje en dit keer heb ik het hard op mijn bord gekregen! Mijn snelheid wordt minder, mijn inspanningen steeds minder gecontroleerd en mijn hartslag gaat omlaag. Zodra je hartslag omlaag gaat terwijl je met een maximale inspanning bezig bent weet je dat het mis is. Ik heb mijn kruit volledig verschoten en ben helemaal leeg. Ineens moet ik denken aan meneer Steines die deze klim voor ons heeft ontdekt. Hij heeft de boel beduveld, voorgelogen. Ja het is een prima weg en eigenlijk kun je hem passeren maar eigenlijk ook weer niet. Ondertussen probeer ik nog te genieten van het landschap maar zelfs dat kan me niks meer schelen. Het huilen staat me nader dan het lachen en ik wil nu gewoon naar huis. Op het moment dat ik door het skidorp rij en een terras vol met koude glazen cola zie staan twijfel ik even. Niemand die zal weten dat ik hier een stop heb gemaakt, maar wie hou ik dan voor de gek? Ik MOET door!

 

De laatste meters lijken wel uren te duren, zo nu en dan kijk ik naar beneden en zie ik 6, 7 kilometer per uur op de teller. Op een gegeven moment hoor ik twee bekende stemmen schreeuwen, je bent er bijna! Ondanks het gevoel, ondanks het afzien en ondanks alle pijn gaat het om dat ene moment. Het moment dat je alles weer vergeet en dat je letterlijk elkaar in de armen kunt vliegen. Helemaal wanneer ook Jef en Jos vanaf de andere kant de top bereiken.

bottom of page