top of page

Koppenberg

78M || 05-04-2014

Kriebels in mijn buik, zo zou je het wel kunnen omschrijven. ‘De Ronde’, dan weet iedereen waar je het over hebt. De Ronde van Vlaanderen, misschien wel de mooiste voorjaarsklassieker van allemaal. En wij gaan hem vandaag gewoon rijden. Ok, eerlijk is eerlijk. Wij rijden de ingekorte versie van 130 km. In die 130 km zit een strook van ruim 600 meter die men in Vlaanderen ook wel de Koppenberg noemt.

 

Niet eerder heb ik aan de start gestaan van een evenement zoals dit. Ja, ter voorbereiding de Joop Zoetemelk Classic. Behalve veel wind en mijn eerste hongerklop kan ik mij daar weinig van herinneren. België, het land van Rubens, van de patat (en de Chasse-patate) maar vooral toch van het wielrennen. In dat land sta ik als beginnend amateur voor mijn eerste Ronde. Ook voor Erwin R. is dit zijn eerste Ronde, toch voelt het alsof ik een routinier aan mijn zijde heb. Bidonnetjes gevuld, voldoende reepjes in de zakken en vooral ook wat lucht uit de banden. Want we moeten natuurlijk die kasseien over. Aan de start hebben we het genoegen te starten met nog een paar duizend wieleramateurs. De een neemt het wat serieuzer dan de ander, maar het is goed om te zien dat we niet alleen zijn vandaag.

 

Voor wie nog nooit op kasseien heeft gereden... succes! Wie dit wel heeft ervaren, snapt precies wat ik wil zeggen. Het rammelt, het doet zeer en het voelt aan als stroop. Een wijs man heeft mij gezegd, hoe harder je erover heen fietst hoe minder last je hebt. De romantiek van het rijden over boerenland- weggetjes uit de middeleeuwen heb ik niet bewust meegekregen. Dat mijn GoPro er na 50 meter af klettert, is voor mij het bewijs dat deze Vlaamse wegen niet bedoeld zijn voor de Italiaanse Bianchi (of wellicht wel de Bianchi rijders). Erwin R. rijdt op de stroken vrij makkelijk bij mij vandaan. Nadat R mij op de tweede strook verboden heeft stukjes asfalt mee te pakken (ja, op sommige stukken hebben de Belgen gedacht toch de renners iets tegemoet te komen),besluit ik de knop om te zetten en te doen alsof er niks mooiers is dan over kasseien fietsen. Het werkt! R rijdt nog steeds bij me vandaan op de stroken, maar ik blijf hem in zicht houden. Zo lukt het mij ook andere renners in te halen en te genieten van de rondvliegende bidons. Kasseien……..

 

Na ongeveer 100km rijden zie ik een bordje met ‘Koppenberg’. We maken een scherpe bocht naar rechts en zien ineens een muur van kasseien opdoemen. Het wordt smaller en smaller. Eigenlijk te smal. Ik ben niet scherp geweest en bij het indraaien van de bocht had ik verder van voren moeten zitten. Wat blijkt, veel renners om mij heen komen tot stilstand op de Koppenberg. Niet ineens zozeer door onmacht maar enkel door het feit dat er zoveel renners niet tegelijkertijd omhoog kunnen rijden. Ik weet dat ik geen voet aan de grond mag zetten (regels zijn regels) dus worm ik mij er tussendoor. Op dat moment komt er een volgmotor langszij. Erwin R. besluit het wiel te pakken van de motor…. Alsof hij via de oortjes heeft gecommuniceerd wordt R door de motor omhoog geëscorteerd. Ik zou graag mee zijn gereden maar ik heb niet de macht om te volgen. Gelukkig vind ik een route waar veel mensen lopen, hierdoor ontstaat er ruimte zodat ik 22% stijging fietsend op te komen. Boven staat R met de camera in de hand klaar mij te ontvangen. Kort maar krachtig zullen we maar zeggen.

 

De finale van ‘De Ronde’ is onlosmakelijk verbonden met de Koppenberg. Daardoor hebben wij (lees Erwin R.) besloten ook een echte finale te rijden. We zitten in een groepje van 20 man en rijden met een gangetje van 40 ‘rustig’ door. Waar ik me comfortabel tussen het groepje manoeuvreer besluit R zich op kop te zetten van deze groep. Hierdoor voel ik mij verplicht ook naar voren te rijden. Samen rijden we de laatste kilometers in met nog steeds een groep van bijna 20 renners in ons wiel. Naarmate we dichter bij de finish komen wordt de groep kleiner. Niemand wil (of kan, dat is natuurlijk onze versie) het wiel overnemen van R. Ook ik besluit zijn wiel te houden, daar heb ik het al moeilijk genoeg mee. In de laatste meters sprinten we als ware profs over de finish. Na al het werk van R in de laatste kilometers ‘gun’ ik hem de overwinning. Althans, zo heb ik hem dat verteld….

bottom of page