top of page

Alpenbrevet 'Platintour'

Waarom

Zevenduizend hoogtemeters, in tweehonderd zevenenzestig kilometer. In Zwitserland kan je dan (pas) vijf bergpassen over zijn. Met de fiets. Op één dag! Maar waarom zou je? Omdat je dan het ´platina Alpenbrevet´ in de schoenendoos kan toevoegen? Leuk, maar een echt waarom. Waarom zou je zoiets doen?


Tussen het idee krijgen en het als doel stellen zat weinig tijd. Minder dan het optekenen van de afgelopen regels. Met eenzelfde snelheid kan je leven er plots anders uitzien. Je krijgt het te horen, of iedereen hoort het behalve jij… Beide non-fictie scenario’s werden dit jaar dichtbij vertoond. Het bleek een voedingsbodem voor een cliché van jewelste. Je kent het wel, dus ik ga het niet noemen.


Een keer extreem lang door het hooggebergte. Een keer gek doen. De Ötztaler, Tour Des Stations of het Alpenbrevet. Genoeg aanbieders die zulke waanzin faciliteren. Al jaren waaien ze soms even door mijn gedachten, om er even vlug weer te vertrekken. Maar nu maakte het Alpenbrevet net een rondje extra door mijn hoofd. Ik ben getraind, zoek nog een uitdaging na de zomer en hoef niet heel veel extra te train… Te laat, ik zit al te bieden op Marktplaats. Zelfde avond al bingo! 2 september fiets ik de ‘Platin’ afstand. Einde van de waarom vraag!


307

Een zomervakantie met ritten in de Jura, Alpen en Vogezen. En toch liep mijn ‘Join score’ (vroeger het nog ongrijpbaardere ‘conditie’) zonder mededogen terug. Na thuiskomst en de vakantiewas, was er nog drie weken over tot 2 september, 6.15 uur in Andermatt. Zoveel mogelijk fietsuren maken dus. Met als uitschieter 307 kilometer vanuit huis naar Maastricht, met een ommetje door België. Stuurtasje leeggegeten en er net geen 1800 hoogtemeters ingestopt. Bezweet en voldaan terug met de trein naar Utrecht. Of die dag waarop twee kinderfeestjes verzorgd moesten worden, en ik om half zeven in de ochtend begon met vier uurtjes duur.


De Koffierit

Werk gedaan, avondeten op en gezinnen uitgezwaaid. Het is donderdagavond en drie mannen vertrekken richting de bergen. Trainings-plannen versus arbeid, ontweken of geïncasseerde griepjes, materiaalstress, elk facet van de aanloop is een gelopen zaak. Alleen de voorbeschouwing rest nog. Als ook die gedaan is bereiken we Motel Drei König nabij Stuttgart. Daar tukken, het ontbijtbuffet plunderen en snel Zwitserland in. Net na lunchtijd gaan de fietsen van de drager voor ‘De Koffierit’. Een gevoel waar nooit slijtage op komt. Gister nog op kantoor, vandaag fietsen in het hooggebergte. 25 kilometer (roof)vogeltjes kijken en de spieren zo min mogelijk pesten, met natuurlijk het naamgevende drankje van dit fenomeen als afsluiter; de koffie. Het liefst genuttigd op een zonnig terras, waar je in de lycra en je kekke zonnebril over een pleintje en je fiets uitkijkt over de schilderachtige omgeving. Puur geluk.


En dan doet de focus plots haar intrede. In de file naar Andermatt, startnummer halen en later bij het appartement aankomen dan vooraf gewenst. Pasta in elkaar flansen en alles klaarmaken voor morgen. Voelbare spanning. De wekker krijgt te lezen dat we morgen om 4.15 uur van het ding willen horen. Volgepropt gaan we naar bed. Elk uurtje slaap is meegenomen.


Showtime

De nacht was kort, de dag wordt lang. Havermoutpap en koffie staan voor ons te dampen. Met een bidonnetje ernaast, het hydrateren begint meteen. De ingetreden focus is niet weggeweest. De gesprekken zijn voor later. Daarna door het donker gemotoriseerd over de Gotthardpas. Geen mens is nog op de been, uitsluitend fietsers. Die verzamelen zich via gele hesjes en zwaaiende zaklampen op de tijdelijke parkeerplaats. Al het nodige bij je steken en richting de start. Velen duiken op de mobiele toiletten. ‘Toi Toi’ heten die hier. Inderdaad! Zet hem op.


Sustenpas

Mijn reisgenoten starten om 6.00 uur, ik mag een kwartier later. De acht graden boven nul stimuleren het verlangen om te beginnen. Dat gebeurt met een dalende lijn en een lint van knipperende lampjes naar de voet van de Sustenpas. Met de eerste verticale meters gaan ook de eerste jasjes uit. Mijn vermogen hou ik volgens plan op zo’n 220 watt. Er moet een factortje af vanwege de hoogte (zo liet ik mij gisteren vertellen), maar nu al wordt ik veel voorbij gereden. Veelal door hijgende mensen. Het is ook altijd hetzelfde, inhouden is een kunst.


Ik hoor het zachte piepje dat sinds gisteren uit mijn voorwiel komt. Waar zit die marmot zie ik sommigen denken, als ze in mijn nabijheid over de bergkam turen. De wielen hebben vorige week een servicebeurt gekregen. Het materiaal moet op tijd in orde zijn, ter voorkoming van de materiaalstress. Een vorm van stress dat er plots toch kwam donderdagmiddag (“met deze fiets kan je echt niet fietsen” zei mijn fietsenmaker, die mijn wanhoop vervolgens las en alles liet vallen om de trapaslagers te vervangen en zo mijn aanstaande uitdaging te redden. Hulde!). Nu dus alleen de piep in het voorwiel, accepteren maar.


De weg kruipt omhoog, haast onbegrensd rechtdoor. Om op zo’n 1900 meter hoogte een overtuigende beweging naar links te maken, waardoor ik de gevolgde weg gevuld zie met gelijken. De maan is nog zichtbaar. Een eerste flank van de Susten wordt in het zonnetje gezet. Hogerop is de sneeuw te zien. De lucht is strak en steeds blauwer. De schoonheid is overweldigend.


Grimselpas

Een rappe en mooie afdaling richting het volgende obstakel, de Grimselpas. Maar eerst nog de bevoorradingspost door. Hoewel het geen cyclo is verval ik in gewoontes. Fiets aan de kant, afval en plasje dumpen, nieuwe voorraad grissen en weer onderweg. Doe toch rustig man. Meer nog door een vervelende duizeligheid. Is het de hoogte, of heb ik gewoon teveel koolhydraten in een te korte tijd genomen? Wat het ook is, dit voelt niet prettig. En in deze fase van de dag moet het allemaal nog vanzelf gaan. Even sluipt de gedachte binnen hoe het zou zijn om onverrichte zaken terug in Andermatt te komen. Een gedachten even zeldzaam als slecht, foei! Ik besluit in hongerstaking te gaan.


Een tijd later lijkt het te werken en begin ik toch weer koolhydraten aan te vullen. Het balanceren is begonnen.


Via een prachtig kasseienfietspad omzeilen we de tunnel. Om daarna in de volle zon te gaan rijden, die zal een factor worden vandaag! Ik zet de fiets aan de kant en begin te smeren uit het meegebrachte reispotje met zonnecrème. Wat zal mijn moeder trots zijn. Terug op de fiets hengel ik de mensen terug die net passeerden toen ik smeerde. Erwin, het is geen cyclo! Ik begin mij goed te voelen, licht euforisch misschien wel. Dit gevoel is er nog niet geweest vandaag. De laatste vijf kilometer omhoog gaan vanzelf. Het is hier prachtig. Ik neem er geen foto van, geloof me maar gewoon. Gaat dat zien!


De afdaling van de Grimselpas is zowaar nog mooier. Met een sierlijk gedrapeerd lint van haarspeldbochten, de imposante Rhonegletsjer en de Furkapas. Even overweeg ik toch een foto te maken. Verderop in de afdaling passeer ik twee bekende tegenliggers. Mijn reismaten zijn in goede stemming richting Furka aan het klimmen. Met de neus naar Ulrichen wordt de volgende witte reus zichtbaar; de Weisshorn (4500m). Kan je eigenlijk moe worden in deze schoonheid?


Via de veel te drukke bevoorrading (excuus uiterst vriendelijke Zwitserse vrijwilliger, ik leg mijn fiets hier wél even neer), ben ik snel weer op de route. Om daarna halt te houden bij de gedaalde spoorwegbomen. Samen met de stekende touringcar van net en het oneindig aantal verkeerslichten (waarnaar iedereen gehoorzaamd!) voor wegwerkzaamheden van vandaag kan deze er ook wel bij. Het is immers geen.. precies!




Nufenenpas

Het gaat weer omhoog. De Nufenenpas is de berg van dienst. Ik neem voor het eerst vandaag een gelletje uit de bevoorrading. Een onbekend gelletje. Maar wat kan daarmee mis zijn? Niets, zo lijkt. Sterker, wat is dit een zalig gelletje. Toch maar even kijken op de ingrediëntenlijst, ah er zit vet in. Ik draai prima door naar boven. Pas boven zal ik mij toestaan naar de resterende hoogtemeters te kijken, want dan zal ik over de helft zijn. Vlak voor de top recht ik mijn rug en gooi er de windstopper over. Enkele tientallen mensen klappen naar het bovenkomende groepje waar ik onderdeel van ben, een beetje eerbied durf ik er wel in te lezen.


Dan de afdaling waarop ik mij verheugde, 60 kilometer tot het weer omhoog gaat. Een afdaling die begint met zicht op een bevroren meertje iets onder mij. Terwijl ik er naar kijk komt de traditionele inhaalactie van een snellere daler. Die is er altijd, meestal een soms twee, zelden drie. Ik daal niet als een doetje, maar de grote risico’s laat ik voor de liefhebber. Vlug afdalen gaat over in een heel flauwtjes dalend wegdek. Ik probeer tempo te houden en kom langs de hooibaal waar ik vanmorgen vroeg een zakje met gelletjes heb verstopt. Omdat de gekregen gelletjes zo in de smaak vallen laat ik het zakje liggen waar het ligt. Dom!


Van achteruit komt een groepje snelle mannen (een wetmatigheid in cyclo’s, zelfs als het geen cyclo is). De motor van de groep heeft een unieke benadering. Iedere gek die een kopbeurt pakt krijgt daarna high fives en een bak complimenten over zich heen van deze ‘Pas Normal Studio rijder’. Hij zit, uiteraard, op een dikke S-Works. Een sterk vertegenwoordigde combinatie vandaag. Ik probeer mijn snor te drukken, maar ben daar niet oneindig geschikt voor. Op kop steven ik ook op de high five en complimenten af. Ondertussen word ik langzaam gaar gegrild (het is natuurlijk niet 60 kilometer dalen zoals in de folder stond) in de bakoven tussen Airolo en Biasca. Toch vliegen de kilometers voorbij in deze groep.


Bij het eerste hupje komt een einde aan de groep. Een ´niet-S-Works renner´ rijdt weg, ik pak mijn oude ritme weer op en niemand neemt over. Toch stop ik even later voor een tweede greep uit het potje zonnebrandcrème. Verbranden doe ik al genoeg vandaag, de huid hoeft niet solidair te zijn. De drinkbussen raken leeg en verstoken van kennis vraag ik twee mannen naar de volgende bevoorrading. Nog twaalf kilometer. Maar enkele kilometers verder staan de Pas Normal boys bij een plotselinge oase. Steenkoud water uit een natuurbron met een klein bassin ervoor. Iedereen duikt op deze verkoeling. Een bidon met steenkoud water gaat in porties over mijn rug de komende kilometers.


Bij de verlangde bevoorrading neem ik cola, Zwitserse koekjes en toch weer de gelletjes. Toch weer. Want de magie van de eerste is al lang vervlogen. Vriend, wat moet ik met dat vet, lijkt mijn maag duidelijk te willen maken. Ik antwoord met colaatjes bij iedere kans. Verder blijf ik de maag pesten, want er zullen koolhydraten bij moeten om weer in Andermatt te komen.


Lukmanierpas

Nog twee bergen te gaan. Viermaal zestig minuten fietsen worden in mijn hoofd als ‘nog maar vier uurtjes’ beschouwd. Ik deel deze boodschap met de ‘Silbermannen’, die al lang binnen zullen zijn. Net als eerder op de dag stuur ik ook een kort berichtje naar mijn vrouw en moeder. De reacties verschijnen op mijn Garmin, inclusief een aanmoediging van mijn dochter. Sinds kort ervaringsdeskundige in het befietsen van een berg.


Gelukkig is deze klim overwegend in de schaduw. Het adembenemende Zwitserland gaf al even niet thuis, met een dertien in een dozijn vallei dat inmiddels achter mij ligt. Maar hier op de Lukmanierpas keert de schoonheid terug. De brede wegen met snelle auto’s en motoren rond Grimsel, Furka en Nufenen zijn hier niet aan de orde. De resterende hoogtemeters lopen in alle rust af. Hoewel, rust. Gek eigenlijk hoe er rust kan uitgaan van koebellen. Want het is uiteindelijk toch herrie. Het stoppen met verorberen van gekregen gelletjes begint te lonen. Ik voel me beter, hoewel de klomp in de maag blijft. Dan de top, vanuit de tunnel kan ik niet beoordelen of het een mooie is.


Nu afdalen naar de laatste bevoorrading. Onderweg staan plots mijn twee reisgenoten, fantastisch! De support doet mij goed. Ze hoeven dit niet te doen, maar staan er toch. Het geeft mij de gelegenheid bij de bevoorrading alle gekregen zooi te lozen en mijn eigen gelletjes te krijgen. Later gooi ik mijn armstukken, tweede bidon en lampje nog in de kersverse volgauto. Luxe!


Oberalppas

Met de Oberalppas begint de laatste hindernis. De zon schakelt langzaam naar de avondmodus, met een prachtige gloed. Een bordje in de berm vertelt mij dat dit het laatste tankstation voor Andermatt is. Nog 21 kilometer. Ik tank alvast een beetje roes. Opgestookt door de volgwagen laat ik de vermogens de vrije loop en trap vlot naar boven op deze heerlijke klim. Met de top komt de euforie.. Eten, drinken en naar boven hoeft niet meer, de zwaartekracht is genoeg om bij de finish te komen.


De resterende elf kilometer zouden in frisse toestand niet noemenswaardig zijn. Nu zijn ze van een zeldzame schoonheid. Het emotioneel sausje van nu bijna 268 kilometer fietsen maakt het verschil. Bij de duizelige (opgeef) gedachte op klim twee was de dezelfde plaats een nare gedachte, nu staat Andermatt voor de persoonlijke overwinning. Het is hier applausjes rapen in de straten.


Ik kom over de finish. De speaker schalt mijn naam. Als finisher van de Platintour. Mijn naam, zojuist nog en straks weer gewoon een onbekende naam. De bijbehorende man gaat op de bovenbuis zitten. Even niets meer. Even alle gevoelens absorberen. Oogsttijd na 12 uur fietsen door een ansichtkaart.





34 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page